Werkvreugde als basis voor productiviteit
Geplaatst: ma mar 04, 2013 12:41 pm
Kleine bedrijven met slechts enkele werknemers produceren vaak vanzelf Lean. Dit komt doordat iedereen de waardestroom richting de klant kan zien. Het spreekt dan vanzelf dat je geen grote tussenvoorraden gaat aanmaken, maar je collega verderop in de productieketen gaat helpen om die weg te werken. En als je denkt dat het proces slimmer kan, dan aarzel je niet om dat meteen in de groep te gooien. Er is ook een grote arbeidsvreugde, omdat je direct ziet hoe jij aan het eindproduct bijdraagt.
Als je wilt dat mensen zich maximaal inzetten, dan is het van cruciaal belang dat zij het gevoel hebben een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Sterker nog, die prikkel blijkt zo sterk, dat ze dat zelfs deels onbetaald willen doen. Het succes van open source software bewijst dat.
Onlangs zag ik de tegenlicht-documentaire “De kapitale kracht van geluk” over Ricardo Semler. Hij is CEO van de succesvolle machinefabriek Semco in Brazilië. Nadat Ricardo dit bedrijf van zijn vader overnam, viel hij na enkele jaren flauw van vermoeidheid. Toen besloot hij dat het anders moest: hij wilde een bedrijf zonder de gangbare kostschoolmentaliteit en militaire discipline. Een bedrijf waarin de werknemers het zélf voor het zeggen hebben, en waarbij er een optimale balans is tussen werk en privéleven. Een bedrijf met het enthousiasme waarmee Google ooit vanuit een garage begon, maar dan in het groot. Dus zo min mogelijk regels, en medezeggenschap voor iedereen. De werknemers delen in de winst, bepalen zelf hun werktijden, en beoordelen en kiezen zelf hun leidinggevenden. Het is een industriële democratie, vergelijkbaar met die in het Amerikaanse bedrijf Morning Star Company, waarover ik in een eerdere column schreef. Als je mensen maximale vrijheid en mede-beslissingsbevoegdheid geeft, dan blijken zij zich vanzelf optimaal in te zetten voor het beste gezamenlijke resultaat. Ricardo, die vroeger in een rockband speelde, vergelijkt dat met een gitaarspeler die zijn of haar solo’s altijd zal afstemmen op hetgeen de rest doet, en die ook uit zichzelf bijleert.
Ongetwijfeld zal de achtergrond van het succes van Semco – doe wat je wilt, in je eigen tempo, als het werk maar gereed komt - vaak worden overdreven. Wat er kan gebeuren in een sociale gemeenschap die volledig uitgaat van de goede intenties van iedereen, wordt namelijk treffend beschreven in de roman Meander van Tessa de Loo. Hoe Semco dat ondervangt, blijft onduidelijk.
Toch vallen er wel degelijk lessen te trekken. Een Lean organisatie is feitelijk een sociaal netwerk, waarin iedereen ziet hoe zijn of haar activiteiten bijdragen aan het eindresultaat. Jannes Slomp ging onlangs bij zijn intreerede als lector aan de HAN nog een stap verder: Hij ziet het creëren van sequentiële afhankelijkheden, bijvoorbeeld via Kanban naar ook in de relatie tussen managers en productiemedewerkers, zelfs als het geheim van World Class organisaties.
Daar kleeft in mijn ogen echter wel een risico aan: Hoe voorkom je monotonie en hoe zorg je dat de mensen hun capaciteiten maximaal kunnen ontplooien? De hamvraag is dus: hoe geef je maximale vrijheid en werkvreugde in gebondenheid. De eerdergenoemde gitaarspeler zal zich immers toch moeten schikken in het ‘productieritme’ van de band.
Dit is een kopie van mijn column in de nieuwsbrief procesverbeteren.nl van maart 2013,
open voor discussie!
Jaap van Ede
Als je wilt dat mensen zich maximaal inzetten, dan is het van cruciaal belang dat zij het gevoel hebben een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij. Sterker nog, die prikkel blijkt zo sterk, dat ze dat zelfs deels onbetaald willen doen. Het succes van open source software bewijst dat.
Onlangs zag ik de tegenlicht-documentaire “De kapitale kracht van geluk” over Ricardo Semler. Hij is CEO van de succesvolle machinefabriek Semco in Brazilië. Nadat Ricardo dit bedrijf van zijn vader overnam, viel hij na enkele jaren flauw van vermoeidheid. Toen besloot hij dat het anders moest: hij wilde een bedrijf zonder de gangbare kostschoolmentaliteit en militaire discipline. Een bedrijf waarin de werknemers het zélf voor het zeggen hebben, en waarbij er een optimale balans is tussen werk en privéleven. Een bedrijf met het enthousiasme waarmee Google ooit vanuit een garage begon, maar dan in het groot. Dus zo min mogelijk regels, en medezeggenschap voor iedereen. De werknemers delen in de winst, bepalen zelf hun werktijden, en beoordelen en kiezen zelf hun leidinggevenden. Het is een industriële democratie, vergelijkbaar met die in het Amerikaanse bedrijf Morning Star Company, waarover ik in een eerdere column schreef. Als je mensen maximale vrijheid en mede-beslissingsbevoegdheid geeft, dan blijken zij zich vanzelf optimaal in te zetten voor het beste gezamenlijke resultaat. Ricardo, die vroeger in een rockband speelde, vergelijkt dat met een gitaarspeler die zijn of haar solo’s altijd zal afstemmen op hetgeen de rest doet, en die ook uit zichzelf bijleert.
Ongetwijfeld zal de achtergrond van het succes van Semco – doe wat je wilt, in je eigen tempo, als het werk maar gereed komt - vaak worden overdreven. Wat er kan gebeuren in een sociale gemeenschap die volledig uitgaat van de goede intenties van iedereen, wordt namelijk treffend beschreven in de roman Meander van Tessa de Loo. Hoe Semco dat ondervangt, blijft onduidelijk.
Toch vallen er wel degelijk lessen te trekken. Een Lean organisatie is feitelijk een sociaal netwerk, waarin iedereen ziet hoe zijn of haar activiteiten bijdragen aan het eindresultaat. Jannes Slomp ging onlangs bij zijn intreerede als lector aan de HAN nog een stap verder: Hij ziet het creëren van sequentiële afhankelijkheden, bijvoorbeeld via Kanban naar ook in de relatie tussen managers en productiemedewerkers, zelfs als het geheim van World Class organisaties.
Daar kleeft in mijn ogen echter wel een risico aan: Hoe voorkom je monotonie en hoe zorg je dat de mensen hun capaciteiten maximaal kunnen ontplooien? De hamvraag is dus: hoe geef je maximale vrijheid en werkvreugde in gebondenheid. De eerdergenoemde gitaarspeler zal zich immers toch moeten schikken in het ‘productieritme’ van de band.
Dit is een kopie van mijn column in de nieuwsbrief procesverbeteren.nl van maart 2013,
open voor discussie!
Jaap van Ede