Het belang van systeemdenken! (ook voor de euro)
Geplaatst: di jun 26, 2012 10:44 am
Als je bedrijfsprocessen wilt verbeteren, dan moet je dat niet op één afdeling doen. Je moet de waardetoevoeging in het totale proces vergroten, van inkoop tot verkoop. Aanhangers van Lean manufacturing en Quick Response Manufacturing formuleren het doel vaak zelfs nog breder: verbeter per marktsegment het end-to-end proces van grondstof tot en met de aflevering.
Op papier logisch, maar in de praktijk blijkt dit vaak razend moeilijk. Waarom? Omdat bedrijfsafdelingen en toeleveranciers soms op een manier moeten gaan werken die voor hen minder efficiënt is, maar waarbij het resultaat overall – in de hele keten – beter is. Dat werkt alleen goed als van te voren duidelijk is hoe uiteindelijk iedereen baat krijgt bij de verandering.
Hetzelfde geldt voor de eurozone. Het is onbegrijpelijk dat een gemeenschappelijk muntsysteem is ingevoerd, dat niet bestand is tegen variaties in de marktomstandigheden. De eurozone was, in Six Sigma termen, al bij de start niet robuust. Erger nog: het systeem is van nature instabiel. In het begin betaalden alle landen ongeveer een gelijke rente om te kunnen lenen. De bankencrisis, waardoor overheden hun eigen banken moesten redden, bracht echter ongenadig verschillen in financiële slagkracht aan het licht. Vervolgens begon de rente voor sterke landen zoals Duitsland en Nederland te dalen, terwijl die voor zwakke landen zoals Griekenland en Spanje juist steeg. Als gevolg daarvan verzwakten de zwakke landen steeds verder, met voor hen een nog verder stijgende rente als gevolg. Een vicieuze cirkel, waardoor de eurozone steeds instabieler werd.
Om daar uit te komen is systeemdenken nodig, een methode die onder meer wordt toegepast binnen de Theory of Constraints. Het verontrustende is dat de politici dit niet doen. Of ze willen het wel, zoals Angela Merkel (als natuurkundige gewend om in oorzaken en gevolgen te denken!), maar hebben vervolgens grote moeite om hun boodschap uit te leggen. De meeste politici richten zich, net zoals sommige verbeteraars in bedrijven, alleen op hun eigen afdeling, lees: land. In Nederland zie je daardoor met de verkiezingen in zicht de aloude discussie oplaaien tussen rechts (breng de staatsfinanciën op orde) en links (investeer om de economie op gang te houden). Op dit moment is die keuze echter helemaal niet zo belangrijk. Sterker nog: het maakt – afgezien van eventuele boetes uit Brussel en mogelijk stijgende rentelasten - weinig uit of we straks lokaal een begrotingstekort hebben van 2,8, 3,0 of 3,5%! Werkelijk beslissend voor ons economisch herstel is of we de eurozone weten te stabiliseren. Daarom roep ik alle politieke partijen op om in hun verkiezingsprogramma te omschrijven hoe zij willen dat die eurozone er over vijf tot tien jaar uitziet, en te laten zien dat die oplossing wél robuust is. Daartoe een gemeenschappelijke denktank vormen, met daarin ook buitenlandse systeemdenkers, is wellicht een goed idee. Pas als we eenmaal weten waarheen we willen, kunnen we weer net zoals in de jaren zeventig gaan discussiëren over wie de lasten gaat betalen.
Jaap van Ede (deze column staat ook in de nieuwsbrief van juli/augustus '12)
Op papier logisch, maar in de praktijk blijkt dit vaak razend moeilijk. Waarom? Omdat bedrijfsafdelingen en toeleveranciers soms op een manier moeten gaan werken die voor hen minder efficiënt is, maar waarbij het resultaat overall – in de hele keten – beter is. Dat werkt alleen goed als van te voren duidelijk is hoe uiteindelijk iedereen baat krijgt bij de verandering.
Hetzelfde geldt voor de eurozone. Het is onbegrijpelijk dat een gemeenschappelijk muntsysteem is ingevoerd, dat niet bestand is tegen variaties in de marktomstandigheden. De eurozone was, in Six Sigma termen, al bij de start niet robuust. Erger nog: het systeem is van nature instabiel. In het begin betaalden alle landen ongeveer een gelijke rente om te kunnen lenen. De bankencrisis, waardoor overheden hun eigen banken moesten redden, bracht echter ongenadig verschillen in financiële slagkracht aan het licht. Vervolgens begon de rente voor sterke landen zoals Duitsland en Nederland te dalen, terwijl die voor zwakke landen zoals Griekenland en Spanje juist steeg. Als gevolg daarvan verzwakten de zwakke landen steeds verder, met voor hen een nog verder stijgende rente als gevolg. Een vicieuze cirkel, waardoor de eurozone steeds instabieler werd.
Om daar uit te komen is systeemdenken nodig, een methode die onder meer wordt toegepast binnen de Theory of Constraints. Het verontrustende is dat de politici dit niet doen. Of ze willen het wel, zoals Angela Merkel (als natuurkundige gewend om in oorzaken en gevolgen te denken!), maar hebben vervolgens grote moeite om hun boodschap uit te leggen. De meeste politici richten zich, net zoals sommige verbeteraars in bedrijven, alleen op hun eigen afdeling, lees: land. In Nederland zie je daardoor met de verkiezingen in zicht de aloude discussie oplaaien tussen rechts (breng de staatsfinanciën op orde) en links (investeer om de economie op gang te houden). Op dit moment is die keuze echter helemaal niet zo belangrijk. Sterker nog: het maakt – afgezien van eventuele boetes uit Brussel en mogelijk stijgende rentelasten - weinig uit of we straks lokaal een begrotingstekort hebben van 2,8, 3,0 of 3,5%! Werkelijk beslissend voor ons economisch herstel is of we de eurozone weten te stabiliseren. Daarom roep ik alle politieke partijen op om in hun verkiezingsprogramma te omschrijven hoe zij willen dat die eurozone er over vijf tot tien jaar uitziet, en te laten zien dat die oplossing wél robuust is. Daartoe een gemeenschappelijke denktank vormen, met daarin ook buitenlandse systeemdenkers, is wellicht een goed idee. Pas als we eenmaal weten waarheen we willen, kunnen we weer net zoals in de jaren zeventig gaan discussiëren over wie de lasten gaat betalen.
Jaap van Ede (deze column staat ook in de nieuwsbrief van juli/augustus '12)